overriepen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: overriepen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- over·rie·pen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overroepen |
overriepen
- meervoud verleden tijd van overroepen
- Wij overriepen.
- Jullie overriepen.
- Zij overriepen.
- Wij overriepen.