overbelichtten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- over·be·licht·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overbelichten |
overbelichtten
- meervoud verleden tijd van overbelichten
- Wij overbelichtten.
- Jullie overbelichtten.
- Zij overbelichtten.
- Wij overbelichtten.