opsodemieterde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- op·so·de·mie·ter·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opsodemieteren |
opsodemieterde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opsodemieteren
- ... dat ik opsodemieterde.
- ... dat jij opsodemieterde.
- ... dat hij, zij, het opsodemieterde.
- ... dat ik opsodemieterde.