oproerhelm
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: oproerhelm (hulp, bestand)
Woordafbreking
- op·roer·helm
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van oproer zn en helm zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oproerhelm | oproerhelmen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de oproerhelm m
- (ordehandhaving) (hoofddeksel) beschermend hoofddeksel dat politieagenten dragen als er sprake is van een ernstige verstoring van de openbare orde
- ▸ Het viel hem op dat er veel politie was maar dat ze niet waren uitgerust met witte oproerhelmen en schilden.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'oproerhelm' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044633535