opgeschonken
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- op·ge·schon·ken
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van opschenken: voltooid deelwoord en een klinkerwisseling e-o (IPAː /ɛ/ - /ɔ/)
Werkwoord
vervoeging van: | opschenken… |
verbogen vorm: | opgeschonkene |
opgeschonken
- voltooid deelwoord van opschenken