ontvreemdden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ont·vreemd·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ontvreemden |
ontvreemdden
- meervoud verleden tijd van ontvreemden
- Wij ontvreemdden.
- Jullie ontvreemdden.
- Zij ontvreemdden.
- Wij ontvreemdden.
vervoeging van |
---|
ontvreemden |
ontvreemdden