ontvoogdde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ontvoogdde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ont·voogd·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ontvoogden |
ontvoogdde
- enkelvoud verleden tijd van ontvoogden
- Ik ontvoogdde.
- Jij ontvoogdde.
- Hij, zij, het ontvoogdde.
- Ik ontvoogdde.