ontsmette

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·smet·te

Werkwoord

vervoeging van
ontsmetten

ontsmette

  1. enkelvoud verleden tijd van ontsmetten
    • Ik ontsmette. 
    • Jij ontsmette. 
    • Hij, zij, het ontsmette. 
  2. aanvoegende wijs van ontsmetten
  3. verbogen vorm van ontsmet, voltooid deelwoord van ontsmetten