ontgroenden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ontgroenden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ont·groen·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ontgroenen |
ontgroenden
- meervoud verleden tijd van ontgroenen
- Wij ontgroenden.
- Jullie ontgroenden.
- Zij ontgroenden.
- Wij ontgroenden.