onteigende
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: onteigende (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ont·ei·gen·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
onteigenen |
onteigende
- enkelvoud verleden tijd van onteigenen
- Ik onteigende.
- Jij onteigende.
- Hij, zij, het onteigende.
- Ik onteigende.
- verbogen vorm van onteigend, voltooid deelwoord van onteigenen