ontbrand
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ont·brand
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van ontbranden: de stam zonder -d omdat de stam al op -d eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ontbranden |
ontbrand
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontbranden
- Ik ontbrand.
- gebiedende wijs van ontbranden
- Ontbrand!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontbranden
- Ontbrand je?
vervoeging van: | ontbranden… |
verbogen vorm: | ontbrande |
ontbrand
- voltooid deelwoord van ontbranden