onrooms
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·rooms
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onrooms | onroomser | onroomst |
verbogen | onroomse | onroomsere | onroomste |
partitief | onrooms | onroomsers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
onrooms [1]
- niet in overeenstemming met het rommse gedachtengoed
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord onrooms staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onrooms" herkend door:
61 % | van de Nederlanders; |
48 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be