onprofessioneel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·pro·fes·si·o·neel
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen onprofessioneel onprofessioneler onprofessioneelst
verbogen onprofessionele onprofessionelere onprofessioneelste
partitief onprofessioneels onprofessionelers -

Bijvoeglijk naamwoord

onprofessioneel

  1. op een niet vakkundige manier
    • Het was niet eens de tweede keus die Bosz het veld in had gestuurd, want die tweede keus heeft zich de afgelopen weken onmogelijk gemaakt. Anwar El Ghazi en Numanja Gudelj zijn om disciplinaire redenen verstoten. Riechedly Bazoer was deze week de derde ontevreden Ajacied in een maand die zich niet langer wilde voegen naar Bosz’ wil. Na een griepje dacht hij maandag gewoon met de groep te trainen maar „zo werkt het niet bij mij”, zei Bosz. Toen Bazoer, volgens de lezing van Bosz, niet apart wilde trainen werd hij wegens ‘onprofessioneel gedrag’ uit de selectie gezet. De middenvelder zal zich snel weer bij het eerste voegen. [1] 
Synoniemen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. NRC Bart Hinke 25 november 2016
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be