onpassende

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·pas·sen·de
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

onpassende

  1. verbogen vorm van de stellende trap van onpassend
    • Intussen zijn veel prominente politici op zoek gegaan naar een meer passende plek. Wijers past in het bedrijfsleven. Borst heeft het onpassende leiderschap afgelegd, Van Mierlo past de herwonnen ongedwongenheid, en Bolkestein past in de Kamer. [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen