onkenbaar

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·ken·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen onkenbaar onkenbaarder onkenbaarst
verbogen onkenbare onkenbaardere onkenbaarste
partitief onkenbaars onkenbaarders -

Bijvoeglijk naamwoord

onkenbaar

  1. dat iets niet te kennen valt
    • Dat is het probleem van centrale bankiers: zij moeten in het casino van de financiële markten inzetten op een toekomst die per definitie onkenbaar is. [1] 
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

77 % van de Nederlanders;
73 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. NRC Maarten Schinkel 17 maart 2016
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be