onkenbaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·ken·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onkenbaar | onkenbaarder | onkenbaarst |
verbogen | onkenbare | onkenbaardere | onkenbaarste |
partitief | onkenbaars | onkenbaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
onkenbaar
- dat iets niet te kennen valt
- Dat is het probleem van centrale bankiers: zij moeten in het casino van de financiële markten inzetten op een toekomst die per definitie onkenbaar is. [1]
Synoniemen
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord onkenbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onkenbaar" herkend door:
77 % | van de Nederlanders; |
73 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ NRC Maarten Schinkel 17 maart 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be