onduline

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·du·li·ne
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onduline ondulines
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de ondulinev

  1. golvende kromme lijn waarvan de bochten elkaar zeer dicht benaderen
     Het woord is in de negentiende eeuw komen aanwaaien via het Frans (onduler) uit het middeleeuws Latijn (ondulare). Fraaie bijvangst in de zoektocht naar dit moeilijke maar mooie woord: de ‘onduline’. Oftewel een ‘golvende kromme lijn waarvan de bochten elkaar zeer dicht benaderen. Zie ook: ‘slangenloop’.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

21 % van de Nederlanders;
36 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen