onderzet
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·der·zet
Werkwoord
vervoeging van |
---|
onderzetten |
onderzet
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderzetten
- ... dat ik onderzet.
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderzetten
- ... dat jij onderzet.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderzetten
- ... dat hij onderzet.