onderbelichtten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·der·be·licht·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
onderbelichten |
onderbelichtten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van onderbelichten
- ...dat wij onderbelichtten.
- ...dat jullie onderbelichtten.
- ...dat zij onderbelichtten.
- ...dat wij onderbelichtten.