omstaand
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- om·staand
Woordherkomst en -opbouw
stellend | |
---|---|
onverbogen | omstaand |
verbogen | omstaande |
partitief | omstaands |
Bijvoeglijk naamwoord
omstaand [1]
- in de buurt van iets aanwezig zijn
- Twee autobommen kwamen zaterdagmiddag bij het gemeentehuis en het postkantoor tot ontploffing. Volgens het Turkse persbureau Dogan vonden er vier explosies plaats, maar plaatselijke bronnen en de minister van Binnenlandse Zaken, Muammer Güler, spreken van twee. Door de explosies zijn omstaande gebouwen beschadigd en een houten huis is ingestort. Ook zou de stroom in de gehele stad zijn uitgevallen. [2]
- Nu bestaan koffer op wieltjes en zware rugzak naast elkaar. Daar zit iets absurds in. Je ziet ze zeulen als kamelen, ze zijn op hun rug twee keer zo dik geworden, soms dragen ze op hun borst nog een contragewicht, met dat alles kunnen ze niet meer op gewone banken zitten, als ze zich omdraaien slaan ze met hun pakkage omstaande passagiers uit hun evenwicht, in het openbaar vervoer maken ze vijanden, terwijl toch alles wat in zo'n rugzak zit, gemakkelijk in een middelbare koffer op wielen kan. [3]
- aan de keerzijde van iets aanwezig zijn
Synoniemen
- [2] ommezijde
Werkwoord
vervoeging van: | omstaan |
verbogen vorm: | omstaande |
omstaand
Gangbaarheid
- Het woord omstaand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "omstaand" herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Telegraaf 11 mei 2013 Doden bij explosies Turkse grensstad
- ↑ NRC S. Montag 16 juni 2001 Wiel en bagage (De kleine wetenschap nr. 22)
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be