omschoolde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: omschoolde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- om·school·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
omscholen |
omschoolde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van omscholen
- ... dat ik omschoolde.
- ... dat jij omschoolde.
- ... dat hij, zij, het omschoolde.
- ... dat ik omschoolde.