omschakelde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: omschakelde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- om·scha·kel·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
omschakelen |
omschakelde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van omschakelen
- ... dat ik omschakelde.
- ... dat jij omschakelde.
- ... dat hij, zij, het omschakelde.
- ... dat ik omschakelde.