omniumverzekering

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • om·ni·um·ver·ze·ke·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord omniumverzekering omniumverzekeringen
verkleinwoord omniumverzekeringetje omniumverzekeringetjes

Zelfstandig naamwoord

de omniumverzekeringv

  1. een aanvullende verzekering, als aanvulling op eventuele wettelijk verplichte verzekering(en), waarin duidelijk beschreven moet worden voor welke risico's er verzekerd wordt
    • Voor mijn wagen heb ik naast de BA-verzekering ook een omniumverzekering genomen. 

Gangbaarheid