omkading
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- om·ka·ding
Woordherkomst en -opbouw
naamwoord van handeling van omkaden met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | omkading | omkadingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- kade die een water omgeeft
- het omgeven met een kade
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'omkading' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "omkading" herkend door:
28 % | van de Nederlanders; |
20 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be