omerta

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • omer·ta
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Italisaans [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord omerta
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de omertav / m

  1. zwijgplicht in gesloten, geheime, criminele organisaties, met name als het over de maffia gaat
     Naar aanleiding van de zaak-Armstrong werd door het WADA de oprichting van een waarheidscommissie bepleit. In ruil voor strafvermindering zouden renners dopingpraktijken in het peloton aan de kaak kunnen stellen. Zo gebeurde met het USADA-dossier rond Lance Armstrong. Howman dringt er bij de Internationale Wielerunie UCI op aan dat zo'n commissie er snel komt. 'Dat is de enige manier om de zogenaamde omerta of zwijgplicht in het peloton te doorbreken.[2]
     En toch komen er barstjes in de 'omerta', zo merkt hoofdcommissaris Miltenburg. ,,Het is nog een klein aantal, maar gelukkig durven leden steeds vaker aangifte te doen."[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

57 % van de Nederlanders;
73 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. omerta op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink Weblink bron “'Nieuw dopingschandaal in wielrennen op komst'” (23-11-2012), Tubantia
  3. Bronlink Weblink bron
    Niek Opten en Henk van Gelder
    “Barstjes in zwijgplicht motorbendes” (04-02-2017), Tubantia
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be