Naar inhoud springen

omboekte

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • om·boek·te

Werkwoord

vervoeging van
omboeken

omboekte

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van omboeken
    • ... dat ik omboekte. 
    • ... dat jij omboekte. 
    • ... dat hij, zij, het omboekte. 

Gangbaarheid