Naar inhoud springen

omboekt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • om·boekt

Werkwoord

vervoeging van
omboeken

omboekt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omboeken
    • ... dat jij omboekt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omboeken
    • ... dat hij omboekt. 

Gangbaarheid