odoriseer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- odo·ri·seer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
odoriseren |
odoriseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van odoriseren
- Ik odoriseer.
- gebiedende wijs van odoriseren
- Odoriseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van odoriseren
- Odoriseer je?