neutel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- neu·tel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | neutel | neutels |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de neutel m
- kleine misvormde man
- kleine vrouw
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord neutel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "neutel" herkend door:
12 % | van de Nederlanders; |
10 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ neutel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be