navraagt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • na·vraagt

Werkwoord

vervoeging van
navragen

navraagt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van navragen
    • ... dat jij navraagt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van navragen
    • ... dat hij navraagt.