naturlige

Uit WikiWoordenboek


Deens

Woordafbreking
  • na·tur·li·ge
Naar frequentie 5407

Bijvoeglijk naamwoord

naturlige, g / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van naturlig

naturlige, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van naturlig


Noors

Woordafbreking
  • na·tur·li·ge
Naar frequentie 6443

Bijvoeglijk naamwoord

naturlige, m / v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van naturlig

naturlige, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van naturlig


Nynorsk

Bijvoeglijk naamwoord

naturlige

  1. verouderde spelling of vorm van naturlege tot 2012
(verouderd) bepaalde vorm enkelvoud en bepaalde en onbepaalde vorm meervoud van de stellende trap van naturlig