nasynchroniseer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- na·syn·chro·ni·seer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
nasynchroniseren |
nasynchroniseer
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nasynchroniseren
- ... dat ik nasynchroniseer.
vervoeging van |
---|
nasynchroniseren |
nasynchroniseer