nachtzwaluwachtigen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

reuzenuilnachtzwaluw (Podargus papuensis)
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • nacht·zwa·luw·ach·ti·gen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord nachtzwaluwachtigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de nachtzwaluwachtigenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord nachtzwaluwachtige
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (vogels) een orde Caprimulgiformes op Wikispecies bestaande uit één familie van nachtvogels de nachtzwaluwen Caprimulgidae op Wikispecies
Hyperoniemen
Hyponiemen
Opmerkingen


Gangbaarheid

Meer informatie