naai aaneen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • naai aan·een
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aaneennaaien

naai (...) aaneen

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aaneennaaien
    • Ik naai aaneen. 
  2. gebiedende wijs van aaneennaaien
    • Naai aaneen! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aaneennaaien
    • Naai je aaneen? 

Gangbaarheid