mummificeerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mum·mi·fi·ceer·de

Werkwoord

vervoeging van
mummificeren

mummificeerde

  1. enkelvoud verleden tijd van mummificeren
    • Ik mummificeerde. 
    • Jij mummificeerde. 
    • Hij, zij, het mummificeerde.