mousseerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: mousseerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- mous·seer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
mousseren |
mousseerde
- enkelvoud verleden tijd van mousseren
- Ik mousseerde.
- Jij mousseerde.
- Hij, zij, het mousseerde.
- Ik mousseerde.