motmots

Nederlands

blauwkapmotmot op Tobago .

Uitspraak

• Geluid:  motmots    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• mot·mots

Woordherkomst en -opbouw

•  motmot zn  met de uitgang -s

	enkelvoud	meervoud
naamwoord		motmots
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de motmots mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord motmot
2. meervoudsvorm als officiële benaming (scharrelaarvogels) Momotidae  een familie van vogels uit de orde scharrelaarvogels. De familie telt 14 soorten. Deze bosvogels hebben korte, afgeronde vleugels. De grote, brede snavel is iets gebogen met gezaagde zijkanten. Het voedsel bestaat voornamelijk uit insecten, die tijdens de vlucht worden gevangen

Hyperoniemen

• [2] scharrelaarvogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Hyponiemen (in taxonomische zin)

• [2] amazonemotmot, blauwkeelmotmot, blauwkruinmotmot, breedsnavelmotmot, bruinkapmotmot, Caribische motmot, hooglandmotmot, kielsnavelmotmot, kleine motmot, Lessons motmot, roodkopmotmot, rosse motmot, trinidadmotmot, wenkbrauwmotmot

Gangbaarheid

• Het woord 'motmots' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.