moerassneeuwhoen
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- moe·ras·sneeuw·hoen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van moeras zn en sneeuwhoen zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | moerassneeuwhoen | moerassneeuwhoenderen moerassneeuwhoenders |
verkleinwoord | moerassneeuwhoentje | moerassneeuwhoentjes |
Zelfstandig naamwoord
het moerassneeuwhoen o
- (hoendervogels) Lagopus lagopus een vogel uit de onderfamilie der ruigpoothoenders (Tetraoninae). Het verenkleed is 's zomers roodbruin en 's winters sneeuwwit. De neusgaten en poten zijn bevederd om warmte vast te houden. De lichaamslengte bedraagt 38 cm en het gewicht 550 tot 700 gram. Het verenkleed van beide geslachten is verschillend
Hyperoniemen
- sneeuwhoenders, ruigpoothoenders, fazantachtigen, hoendervogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Gangbaarheid
- Het woord 'moerassneeuwhoen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.