modelleerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: modelleerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- mo·del·leer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
modelleren |
modelleerde
- enkelvoud verleden tijd van modelleren
- Ik modelleerde.
- Jij modelleerde.
- Hij, zij, het modelleerde.
- Ik modelleerde.