mistede
Deens
Woordafbreking
- mis·te·de
Werkwoord
mistede
- verleden tijd van miste
Noors
Woordafbreking
- mis·te·de
Naar frequentie | 6773 |
---|
Bijvoeglijk naamwoord
- bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van miste
mistede, mv
- onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van miste