mispeuterden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mis·peu·ter·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
mispeuteren |
mispeuterden
- meervoud verleden tijd van mispeuteren
- Wij mispeuterden.
- Jullie mispeuterden.
- Zij mispeuterden.
- Wij mispeuterden.
vervoeging van |
---|
mispeuteren |
mispeuterden