misdeelden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: misdeelden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- mis·deel·den
Zelfstandig naamwoord
de misdeelden mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord misdeelde
Werkwoord
vervoeging van |
---|
misdelen |
misdeelden
- meervoud verleden tijd van misdelen
- Wij misdeelden.
- Jullie misdeelden.
- Zij misdeelden.
- Wij misdeelden.