Naar inhoud springen

metalliseer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • me·tal·li·seer

Werkwoord

vervoeging van
metalliseren

metalliseer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van metalliseren
    • Ik metalliseer. 
  2. gebiedende wijs van metalliseren
    • Metalliseer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van metalliseren
    • Metalliseer je? 

Gangbaarheid