mekkerden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: mekkerden (hulp, bestand)
- IPA: / ˈmɛkərdə(n) / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈmɛ.kər.də(n)/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈmɛ.kər.də(n)/
Woordafbreking
- mek·ker·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
mekkeren |
mekkerden
- meervoud verleden tijd van mekkeren
- Wij mekkerden.
- Jullie mekkerden.
- Zij mekkerden.
- Wij mekkerden.