meezit
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mee·zit
Werkwoord
vervoeging van |
---|
meezitten |
meezit
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meezitten
- ... dat hij/zij/het meezit.
Gangbaarheid
- Het woord meezit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.