meespeelden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: meespeelden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- mee·speel·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
meespelen |
meespeelden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van meespelen
- ...dat wij meespeelden.
- ...dat jullie meespeelden.
- ...dat zij meespeelden.
- ...dat wij meespeelden.