Naar inhoud springen

meelift

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mee·lift

Werkwoord

vervoeging van
meeliften

meelift

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meeliften
    • ... dat ik meelift. 
  2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meeliften
    • ... dat jij meelift. 
  3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meeliften
    • ... dat hij meelift.