malede

Deens

Woordafbreking

• ma·le·de

Naar frequentie	9511

Bijvoeglijk naamwoord

malede, g / o

1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van malet

malede, mv

1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van malet

Typische woordcombinaties

• malede ansigter

beschilderde gezichten

Werkwoord

malede