macrameede
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: macrameede (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ma·cra·mee·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
macrameeën |
macrameede
- enkelvoud verleden tijd van macrameeën
- Ik macrameede.
- Jij macrameede.
- Hij, zij, het macrameede.
- Ik macrameede.