maathoudt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- maat·houdt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
maathouden |
maathoudt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van maathouden
- ... dat jij maathoudt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van maathouden
- ... dat hij maathoudt.