lofprees

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lof·prees

Werkwoord

vervoeging van
lofprijzen

lofprees

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van lofprijzen
    • ... dat ik lofprees. 
    • ... dat jij lofprees. 
    • ... dat hij, zij, het lofprees.